<p><strong>Wat is je eerste reactie op de nota van minister Ploumen? </strong><br />‘Ik vind de visie van minister Ploumen uitstekend! Maar de keuzes die ze vervolgens maakt om die visie in actie om te zetten snappen we gedeeltelijk niet en voor een ander deel zijn we het er niet mee eens,’ aldus Kohnstamm. Hij is het eens met de ambitie om de extreme armoede in een generatie te overwinnen maar is huiverig over de wijze waarop dat in de nota wordt gepresenteerd. Als voorbeeld noemt hij de Dutch Good Growth Fund een bedrag van 750 miljoen dat vrijgemaakt wordt voor het bedrijfsleven (MKB-sector) om te investeren in ontwikkelingslanden. Het fonds biedt een kans voor het bedrijfsleven in Nederland om te investeren in groeiende economieën in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Hoewel Kohnstamm veel mogelijkheden ziet in de combinatie van hulp en handel om de armoede te bestrijden vindt hij dat handel de markt in de ontwikkelingslanden niet moet verstoren. ‘Bij dat fonds wordt gesproken over exportsubsidie voor Nederlandse bedrijven. Dat is een ander voorbeeld waarvan we denken; dat klopt niet. De visie is mooi maar de keuzes niet,’ zegt hij. <br /> <br /><strong>Je bent tevreden over de visie en de ambitie. maar niet over de invulling daarvan. Is dat niet tegenstrijdig? </strong><br />‘De nota is juist tegenstrijdig! Een voorbeeld: de minister signaleert terecht dat de economische groei niet vanzelf tot minder extreme armoede leidt en dat daarvoor een sterk maatschappelijk middenveld nodig is. Tegelijkertijd investeert zij meer in economische ontwikkeling en minder in maatschappelijk middenveld. Dat is tegenstrijdig en in onze ogen onverstandig. Ontwikkelingsorganisaties zijn tot in de haarvaten van een samenleving ingevoerd, ze kennen de lokale context als geen ander en weten om die reden de stem van de burger ook goed te vertolken. Daar komt bij dat zij ook nog, zoals het rapport van het Adviesraad Internationale Vraagstukken onlangs verwoordde, als innovatieve en flexibele verbinder optreden tussen alle verschillende spelers. Dus zowel als bruggenbouwer als in de rol van waakhond spelen maatschappelijke organisaties een essentiële rol in het betrekken van de allerarmsten en de onderdrukten bij economische en andere ontwikkeling in een land. Want dat gaat dus niet vanzelf. Wij zullen de minister blijven vragen op hoe zij haar visie in beleid wil omzetten en helpen haar ook graag die beleidskeuzes te verbeteren’. <br /><strong> <br />
Onderwijs en bestuur zijn onderdelen van het ontwikkelingswerk waarin de Westerse landen altijd sterk zijn geweest. Is het niet onverstandig juist daarop te bezuinigen? </strong><br />‘Inderdaad, dit is de tegenstelling waarover ik al sprak. Juist de sociale sectoren inclusief ondernemersklimaat vereisen meer investeringen, bedrijven vinden hun weg naar “Afrika” ook wel zonder al die extra subsidies. De groeipercentages zijn er immers veel hoger dan bij ons’. <br /><br /><strong>Er wordt gepleit voor meer bezuinigen op ontwikkelingshulp in deze tijden van economische crisis. Wat is de meerwaarde van ontwikkelingshulp voor de mensen hier in Nederland? </strong></p><div class="kader-rechts"><p>Partos is een branchevereniging op het gebied van internationale Samenwerking.die de zaken van haar partnerleden behartigt,</p><p>De vereniging telt 120 Nederlandse particuliere ontwikkelings-organisaties die zich bezighouden met het bestrijden van armoede, humanitaire hulpverlening, handhaving van mensenrechten en duurzame ontwikkeling. Partos biedt een ondersteunende functie bij het professionaliseringsproces van haar leden door bijeenkomsten en trainingen te verzorgen. Daarnaast wil de organisatie de meerwaarde van het ontwikkelingssector zichtbaarder maken.</p></div><p>De bezuinigingen zijn slecht voor de mensen daar en ook slecht voor Nederland. Voor de mensen daar omdat veel succesvolle programma’s moeten worden gestopt. Denk aan alle onderwijsprojecten die voortaan niet meer op investeringen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken kunnen rekenen. Maar ook voor onszelf: Wij zijn een klein landje in een grote wereld en - meer dan welk ander land ook- verbonden met die wereld We verdienen driekwart van ons geld aan het buitenland en de ontwikkelingslanden kennen de grootste groeipercentages. Onze OS-relatie brengt ons kennis van zaken, lokale contacten en goodwill. Nederlandse ondernemers in ontwikkelingslanden weten dat. Zij worden vaak met open armen ontvangen. De startkansen zijn daardoor goed. Daarbij dragen veel ontwikkelingsprogramma’s direct bij aan het ondernemersklimaat. Denk aan rechtszekerheid, infrastructuur, sociale partners en onderwijs: de Sociaal Economische Raad zei dat al in haar advies ‘Ontwikkeling door Duurzaam Ondernemen’ van 2011, aldus Kohnstamm. Laten we niet vergeten dat Nederland inmiddels nog iets meer dan een halve euro voor iedere 100 euro besteedt aan ontwikkelingshulp. Dat is relatief al heel erg weinig,’ aldus Kohnstamm.<br /> <br /><strong>Hoe zul je over vijf jaar willen terugblikken op de nota?</strong><br />‘Op een nota die een goede visie uiteenzette en die in de weken na de presentatie nog sterk verbeterd is in uitwerking, zodat het een nota werd die de basis legde voor een uitstekend beleid van een visionaire minister die we ons nog lang zullen herinneren!’</p><p> </p><p>Download de nota<a target="_blank" href="http://Partos is een branchevereniging, opgericht in 2004, wat de zaken van haar partnerleden behartigd, werkzaam in Internationale Samenwerking. Het telt 120 Nederlandse particuliere ontwikkelingsorganisaties die zich bezighouden met het bestrijden van armoede, humanitaire hulpverlening, handhaving van mensenrechten en duurzame ontwikkeling. Vaak werkzaam in ontwikkelingslanden (met lokale partnerorganisaties), Nederland of in de Europese Unie. Partos biedt een ondersteunende functie bij het professionaliseringsproces van haar leden door bijeenkomsten en trainingen te verzorgen. Daarnaast wil de organisatie de meerwaarde van het ontwikkelingssector zichtbaarder te maken en de gezamenlijke doelen uit te dragen."> "Wat de wereld verdient"</a><br /> </p>
↧