Quantcast
Viewing all articles
Browse latest Browse all 268

Minder huwelijksmigratie Turken en Marokkanen

<h3>Daling huwelijksmigratie Turken en Marokkanen</h3><p>Trouwde in 2001 nog bijna 60% van de huwende Turkse Nederlanders met een huwelijksmigrant uit Turkije, in 2012 is dit gedaald tot 15%. Bij de Marokkaanse groep daalde dit van 55% in 2001 tot 17% in 2012. Veranderingen in de leeftijds- en inkomenseis (wetswijzigingen in 2004 en 2006) speelden hierbij een rol, maar waren zeker niet de enige factor. De periode waarin de afname van het aantal migratiehuwelijken het sterkst was, valt samen met de invoering van strengere voorwaarden voor partnermigratie in 2004 en 2006 en de jaren onmiddellijk daarna. De wetswijziging vormde een katalysator voor een mentaliteitsverandering onder migranten van Turkse en Marokkaanse herkomst en hun nakomelingen en versterkten de al bestaande ontwikkelingen in de opvattingen over trouwen met iemand uit het land van herkomst.<br /> Die ontwikkelingen zijn:</p><ul><li>De banden met in Turkije en Marokko achtergebleven familieleden zijn zwakker geworden. Vooral jongeren van de tweede generatie kennen deze familie en de herkomstgemeenschap van hun ouders alleen van vakanties. Zij voelen zich weliswaar sterk verbonden met hun herkomstland, maar voelen zich tegelijk minder verplicht aan verwanten daar.</li><li>In Nederland opgegroeide jongeren ervaren meer overeenkomsten met herkomstgenoten die net als zij in Nederland opgroeiden: deze hebben meer dezelfde (moderne) opvattingen over genderverhoudingen en religie. Vooral hoogopgeleiden geven hier de voorkeur aan en zo&rsquo;n partner is gemakkelijker in Nederland dan in het herkomstland te vinden.</li><li>Ouders zijn minder gebrand op een schoonzoon of -dochter uit het land van herkomst. Zij zijn geschrokken van de problemen in de huwelijken van jongeren die rond de eeuwwisseling met een partner uit het land van herkomst trouwden. Kinderen met een ongelukkig huwelijk verweten hun ouders dat zij dit huwelijk kregen opgedrongen. Daarom zijn ouders terughoudender in het uitoefenen van druk op hun kinderen om een bepaalde partnerkeuze te maken. Betrokkenen spreken van een &lsquo;collectief trauma&rsquo; met betrekking tot transnationale (familie)huwelijken.</li><li>Van een dergelijk &lsquo;collectief trauma&rsquo; dat huiverig maakt voor het migratiehuwelijk is ook sprake in Turkije en Marokko. Families in deze landen hebben slechte ervaringen met zoons en dochters die naar Nederland migreerden voor een huwelijk en die terugkwamen met verhalen over uitbuiting door hun referent of schoonfamilie, huwelijkse gevangenschap en huiselijk geweld. De ervaringen van eerdere generaties huwelijksmigranten en referenten werken als negatieve feedback over het proces van huwelijksmigratie en de druk om te emigreren is afgenomen.</li><li>Negatieve feedback betref ook de loopbaankansen van huwelijksmigranten. Vooral in Turkije is onder hoogopgeleiden de animo om naar Nederland te migreren sterk afgenomen door de economische groei in Turkije van de laatste jaren. Laagopgeleiden hebben minder van deze ontwikkeling geprofiteerd en ook mannen en vrouwen in Marokko spreken minder over toegenomen kansen in het herkomstland. Zij verwachten nog steeds hun perspectieven te kunnen verbeteren door naar Nederland te emigreren.</li></ul><h3>Vooral vrouwen; breed scala aan herkomstlanden</h3><p>De vijf belangrijkste herkomstlanden voor huwelijksmigranten zijn Turkije,<br /> Marokko, de voormalige Sovjet-Unie, Thailand en Irak. (Cijfers voor periode 2007-2011, excl. EU-migranten.) In totaal kwamen in deze periode 40.000<br /> huwelijksmigranten naar Nederland. 70% van de huwelijksmigranten is vrouw. De verhouding mannelijke en vrouwelijke huwelijksmigranten uit Marokko en Turkije is ongeveer gelijk. Vooral autochtone mannen gaan migratiehuwelijken aan met vrouwen uit de voormalige Sovjet-Unie, Zuid-Oost Azi&euml; en Zuid-Amerika.</p><p><img width="375" height="212" align="middle" src="http://media.wereldjournalisten.nl/media/uploads/2014/SCPrapport.jpg" alt="" /></p><h3>Aansluiting op arbeidsmarkt moeizaam</h3><p>Mannelijke huwelijksmigranten hebben vaker een baan dan mannen die om<br /> andere redenen naar Nederland zijn gekomen. Vrouwelijke huwelijksmigranten<br /> participeren juist weinig op de arbeidsmarkt. Werkende huwelijksmigranten<br /> hebben meestal geen baan die aansluit bij hun opleiding en ervaring in hun land&nbsp; van herkomst. De Nederlandse taal vormt een obstakel en buitenlandse diploma&rsquo;s worden laag gewaardeerd. Een opleiding volgen in Nederland is moeilijk: de kosten zijn vaak hoog of de tijd ontbreekt, omdat men moet werken of voor een kind zorgen. Typische rolverwachtingen spelen ook een rol. Van de mannen wordt verwacht dat ze snel een bijdrage leveren aan het huishoudinkomen, daarom kunnen ze zich niet kieskeurig opstellen en doen ze vaak werk onder hun niveau. <br /> Vrouwen zijn vaak helemaal niet actief op de arbeidsmarkt, maar vinden een<br /> alternatieve bestemming in het moederschap. Soms noodgedwongen: vooral<br /> hoogopgeleide vrouwen zouden het liever anders zien, maar bij gebrek aan succesmoeten ze hun verwachtingen over hun carri&egrave;re naar beneden bijstellen.</p><h3>Statusdaling</h3><p>Voor hoogopgeleiden is de statusdaling die ze doormaken door de migratie (van een succesvolle carri&egrave;re en hoge maatschappelijke positie in het land van<br /> herkomst naar een veel ongunstigere positie op de maatschappelijke ladder)<br /> doorgaans moeilijk te verkroppen. Ze zijn, veel meer dan laagopgeleide migranten, teleurgesteld in wat Nederland hen te bieden heeft. Laagopgeleiden ondervinden ook moeilijkheden op de arbeidsmarkt, maar ervaren een minder grote statusdaling.</p><h3>Groter risico op huiselijk geweld</h3><p>Hoe vaak en hoeveel migratiehuwelijken in huiselijk geweld uitmonden, is niet<br /> bekend. Het SCP onderzoek wijst echter wel op een aantal risicofactoren waardoor huwelijksmigranten een groter risico lopen om slachtoffer te<br /> worden van huiselijk geweld, eergerelateerd geweld, achterlating, misbruik,<br /> uitbuiting, (gedwongen) isolement en huwelijkse gevangenschap. Een belangrijke factor is de afhankelijkheidsrelatie tussen huwelijksmigrant en de partner, waarbij de laatste macht kan hebben over de eerste. Beschermende factoren zoals een eigen sociaal netwerk en een eigen inkomen ontbreken vaak bij de huwelijksmigrant, zeker in de eerste periode na de migratie. Zeker in de<br /> beginjaren kent het echtpaar diverse bronnen van stress, zoals<br /> aanpassingsmoeilijkheden, werkloosheid en financi&euml;le problemen. Deze kunnen een katalysator vormen voor huiselijk geweld. Een huwelijksmigrant moet vijf jaar in het zelfde huis als de partner wonen, op straffe van verlies van de verblijfsvergunning. Ook op financieel gebied is de huwelijksmigrant vaak<br /> afhankelijk van de partner. Hierdoor is men als het ware &lsquo;gedwongen&rsquo; om bij<br /> elkaar te blijven, wat het risico vergroot dat conflicten escaleren tot huiselijk<br /> geweld.</p><div style="float: right; width: 250px; padding: 5px; background-color: rgb(244, 234, 222); margin-left: 10px;"><p><a target="_blank" href="http://www.scp.nl/dsresource?objectid=37186&amp;type=org">Download het rapport <br /> Huwelijksmigratie in Nederland. <br /></a></p></div><p>&nbsp;</p><p>&nbsp;</p><p>&nbsp;</p><p>&nbsp;</p>

Viewing all articles
Browse latest Browse all 268